
Bestuurders in Nederland willen problemen oplossen en ons land beter maken. Daarvoor wordt beleid gemaakt en uitgevoerd. Dan kan betekenen nieuwe wetgeving. Regels waar burgers en bedrijven zich aan moeten houden. Meestal doen ze dat ook netjes. Probleem opgelost.
Maar naleving is niet vanzelfsprekend. Iedereen kan zo tientallen voorbeelden verzinnen. Van het voetbalveld tot parkeren. Van belasting ontduiken tot te hard rijden.
In een ideale samenleving worden regels spontaan nageleefd. Je hebt een probleem, je verzint er een regel voor; probleem opgelost. Vergelijk het met het proces van het maken van een auto aan de lopende band. Als elke medewerkers netjes doet wat van hem verwacht wordt en de onderdelen voldoen aan de specificaties, dan glijdt er zo weer een goed functionerende auto van de band.
Maar zo gaat het meestal niet.
Maar er worden fouten gemaakt en onderdelen doen niet altijd wat ze zouden moeten doen. Daarom moet je kwaliteit meten en fouten herstellen. Al langer snappen ze in de autoindustrie dat geen fouten maken – in één keer goed – veel goedkoper is dan fouten herstellen. Sommige merken zijn er zo goed in, dat je al tien jaar garantie krijgt.
Dat is bij beleid en wetgeving helaas niet zo. Die praktijk is ook gewoonweg grilliger. Als nieuwe regels vooraf niet goed zijn doordacht, er niet goed over is gecommuniceerd en organisaties in de uitvoering, zoals toezichthouders, onvoldoende zijn betrokken – en dat is helaas vrijwel altijd zo – dan gaat het mis. Dan is toezicht zonde van de tijd en het geld. Bij PwC, waar ik ooit werkte, noemden ze dat bij BPR, Business Proces Redesign een NAVA; een Non Added Value Activity.
Het gekke is dat toezichthouders vaak kwalijk genomen wordt, dat ze maatschappelijke problemen niet oplossen. Dat is nogal dom. Want toezicht kan dat helemaal niet. Toezicht is slechts ondersteunend.
Toezicht is in een ideale situatie niet nodig. Zonde van het geld. Het moet in één keer goed. Dat lukt natuurlijk nooit helemaal. Daarom is altijd op zijn minst een beetje toezicht nodig. Maar als het oplossen van problemen helemaal van toezicht af moet hangen, dan gaat het mis. Kijk maar wekelijks op de voetbalvelden. Of naar drugscriminaliteit.
Wat nu?
Wat moet je dan doen? Je moet als toezichthouder heel goed kijken naar je toegevoegde waarde. Omgevingsdiensten zeggen dat ze er zijn voor een veilige en schone leefomgeving. Dat is wel zo, maar het klopt ook weer helemaal niet. Want OD’s maken niet het beleid en de regels. Sterker nog, ze worden er nauwelijks bij betrokken. Terwijl juist zij met de voeten in klei lopen en de praktijk kennen als geen ander.
Het vergt nogal wat van de analyse capaciteit van toezichthouders. Wat is precies het probleem en wat kan toezicht wel en niet oplossen? We zijn doeners en denkers. Maar dat laatste, het denken, is nog vaak onderontwikkeld. Wees er trost op dat we doeners zijn, we zijn van de uitvoering. Maar we moeten eerst denken, dat heeft echt meer aandacht nodig.
Nog geen reacties.