In de Uitvoeringsagenda 2016 van de SER lees ik: “We moeten burgers en bedrijven investeringszekerheid bieden zodat zij worden aangezet om in beweging te komen en daadwerkelijk de beoogde effecten te realiseren.” Dat lijkt me nou precies wat er moet gebeuren. De taak van de overheid helemaal goed omschreven. Tegelijkertijd verwacht de SER veel van toezicht en handhaving door gemeenten en provincies. Dan gaat er iets niet goed. Ook al krijgen we er twintig fte extra voor. Met duizenden grootverbruikers overigens een druppel op de gloeiende plaat.
Al sinds de invoering van de Wet milieubeheer in 1993 is energiebesparing min of meer verplicht voor bedrijven. Een van de grootste successen die met handhaving van energiebesparing is geboekt – met vallen en opstaan – is de aanpak van supermarkten. Dat de praktijk weerbarstig is blijkt echter wel weer uit een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waardoor de Aldi de verticale koelmeubelen voor zeven filialen niet met dubbelglasdeuren hoeft af te dekken als energiebesparende maatregel. Er is volgens de rechter niet bewezen dat de investering zich binnen vijf jaar terugverdient.
Aldi heeft het door TNO laten onderzoeken voor € 170.000,- en nu ze gelijk hebben gekregen eisen ze van de ODNZKG € 60.000,- bijdrage in de kosten. Gemeenten betalen OD’s om toezicht uit te voeren en zitten niet te wachten op dit soort onvoorziene kosten. Energie is een niet-basistaak en ook deze vorm toezicht kost nou eenmaal een hoop geld als je het echt goed wilt doen. Gemeenten die nog weinig aan energie deden, moeten er wel (extra) voor willen betalen.
De lijst met erkende maatregelen lijkt duidelijk, maar bedrijven die niet willen, gaan de discussie aan. Toch willen de meeste bedrijven gewoon graag voldoen. Sinds 1993 is er heel wat veranderd, zo ook het besef dat energiebesparing nodig is. Maar ook veel bedrijven beseffen nog niet dat het een wettelijke plicht is, net als een vloeistofdichte vloer. De vraag is dan wel of toezicht en handhaving het juiste middel zijn om het doel te bereiken. Meestal gaat het immers om voorlichting en een vorm van onderhandelen over de te nemen maatregelen. En recent, het beoordelen van een EED rapport.
Toch blijft het gek. In de SER is juist ook het bedrijfsleven vertegenwoordigd. “Ze” waren er dus zelf bij toen de afspraken zijn gemaakt. Wat gaat er dan fout dat er toch weer handhaving nodig is om maatregelen af te dwingen waarmee gewoon keihard geld te besparen valt? AH was uiteindelijk zelfs ook om marketingredenen blij met zijn prachtige nieuwe koelmeubelen.
De boodschap van VNO-NCW en MKB Nederland naar haar leden mag misschien wel wat duidelijker. Zij als bedrijfsleven zijn akkoord gegaan met deze maatregelen. Het is niet vrijblijvend. Energiebesparing levert uiteindelijk geld en banen op. Het is goed voor onze economie. Hoe beter deze boodschap, hoe makkelijker en meer passend onze taak als toezichthouders. Hetzelfde geldt voor de nieuwe Energy Efficiency Directive. Geen bedrijf die het kende of er iets van snapte; de communicatie mag wel wat beter. Handhaving kan zich dan namelijk richten op de groep die echt niet wil. Voor zover dat dan nog nodig is.
Nog geen reacties.