Het gaat om interactie en het behalen van doelen
Als geen ander kan Harm Borgers uitleggen wat er nu daadwerkelijk gaat gebeuren met toezicht bij de invoering van de Omgevingswet. Na een eerste start bij de T11 Company van Dick Ruimschotel werkte Harm bij de DCMR, de advocatuur, als beleidscoördinator milieurecht bij VROM – onder andere trekker van PUmA – en nu als directeur bij AT Osborne en nog steeds ondersteunend bij het ministerie bij de bouw van de Omgevingswet.
Deze tekst komt uit het verslag van het Vakberaad Omgevingsdiensten van 14 april. Omdat het zo’n geweldig verhaal was van Harm over kwaliteit van toezicht gelinkt aan de Omgevingswet, zetten we het graag ook nog een keer op deze site.
Terugkijkend begon het proces in de de jaren negentig, toen over de band van financiering het Rijk grip probeerde te krijgen op de kwaliteit van de uitvoering. Met een bonusregeling voor samenwerking, ten dienste van die kwaliteit. Vanaf het begin keek men naar de DCMR als een soort ideaalmodel om samenwerking te stimuleren.
In 2000 gebeurt er iets anders. De financiële druk tot samenwerking van BUGM en VOGM was niet helemaal van de grond gekomen. Toen zag je die verschuiving naar professionalisering, waar jullie als PMGG ook veel aan hebben gedaan. En KPMG met de kwaliteitscriteria voor de uitvoering, de eerste versie dan. Met een nulmeting die weliswaar niet veel effect had in de manier waarop je georganiseerd bent.
Bijzonder was aan de criteria dat iedereen bijna kon voldoen. Het heeft zelden tot fundamentele keuzes geleid in het land. Het heeft wel het thema handhaving op de kaart gezet.
PUmA; de omgevingsdienst werd uitvoeringsdienst
Je kreeg vervolgens met PUmA met een focus op milieu, handhaving en de grootste bedrijven. De uitkomst van de ruzie tussen VNG en Rijk was de Packagedeal en die ging niet meer over de omgevingsdiensten, die het ministerie van VROM eigenlijk wilde. In plaats van; ‘Zorg nou dat je de uitvoering organiseert op het doel dat je wilt bereiken’, werd het; ‘Zorg dat de uitvoering niet slecht is’. Dat is een ander debat. De omgevingsdienst werd uitvoeringsdienst.
Heb je daadwerkelijk problemen opgelost?
Als ik verwijtend naar de praktijk van nu mag zijn, dan stel ik; Je organiseert de uitvoering, je hebt je processen op orde, maar aan het eind van de dag is het de vraag of je daadwerkelijk problemen hebt opgelost. Er zit geen lerend vermogen in, in die zin dat je kijkt of je zaken volgend jaar anders moet doen. Daar wordt niet op gestuurd en niet over gerapporteerd naar het bestuur. Er wordt geld gevraagd om voort te zetten wat je vorig jaar al deed. De relatie doelen en resultaat is alleen impliciet.
Je hebt een doel. Dan ga je van alles doen en omdat je dat doet, denk je dat je resultaat hebt. Dat is niet waar. Resultaat is pas te constateren aan het eind. Is er echt iets verbeterd voor het milieu in deze branche? Is deze branche nu op orde en kan ik verschuiven met middelen? Want ik ga het echt anders doen. Beweeg je mee met de eigen initiatieven van de branche? Of zit je ernaar te kijken en denkt, nou dat doen ze wel, maar ik moet mijn regel controleren. Ik heb toch tien man werken, die moeten volgend jaar op pad. Wij gaan gewoon met onze tijdsinzet daar naartoe. Dit is nu nog de basishouding.
Voor de Omgevingswet is dit denken onvolledig. Er zit een ontbrekende schakel tussen doelen en resultaat. Je ontkomt er straks niet meer aan om resultaatgericht te gaan denken. Je wilt als overheid doelen bereiken. Door middel van het beïnvloeden het gedrag van bijvoorbeeld een branche. Dat vereist altijd interactie. Dat is niet regels stellen en dan na tien jaar kijken of iemand het bestemmingsplan gaat naleven.
Dé verandering van de Omgevingswet
Je hebt doelen en uitvoering aan de kant van de overheid. Daarbij mag je van de andere kant eigen verantwoordelijkheid verwachten van mensen in de maatschappij. Als je dat thuis vertelt op een verjaardag, vindt iedereen dat normaal. Maar in ons stelsel is dat niet vanzelfsprekend. Dit zijn we aan het veranderen in de Omgevingswet.
Die toezichthouder is ook niet de checklist persoon. Het realiseren van doelstellingen kun je niet met checklisten alleen maar. Dat is een middel. Maar als professional ben je uiteindelijk bezig met nadenken over hoe je deze branche met wat daarin allemaal gebeurt, benadert. Moet ik er wel naar toe? Je bent als baas van een omgevingsdienst dan niet meer processen aan het managen, je bent professionals aan het managen in een wereld waar het gaat om het resultaat.
Dé rol van de Omgevingsdienst
De rol die de omgevingsdienst hierin heeft, met welk gemankeerd takenpakket dan ook, moet je pakken. Wij zijn hier toch een speler in? Dit is de hele gedachte achter ‘omgevingsdienst’, anders dan ‘uitvoeringsdienst’. Om daar te komen moet je voor ogen houden dat dit een proces is dat jaren zal gaan duren.
@ Harm.
De spijker op z’n kop.
Als omgevingsdienst moeten we veel meer en proactief de discussie met onze opdrachtgevers aangaan wat we doen en welk resultaat dat oplevert. Da’s inderdaad meer dan alleen uitvoering. Zo maken we bij de Omgevingsdienst West Holland zogenoemde omgevingsprofielen van onze opdrachtgevers. Dit zijn beschrijvingen en analyses van gemeenten, die we als basis willen gebruiken bij de opdrachtgesprekken.
Raymond Stuut
Adviseur Toezicht en Handhaving ODWH