In de zomer van 2006 speelde Nederland een geruchtmakende wedstrijd tegen Portugal. Boulahrouz deelde gelijk in de eerste minuten al een doodschop uit aan Cristiano Ronaldo. Dat was de eerste gele kaart. Er volgen nog vijftien kaarten, waarvan vier rood (2x Ned, 2x Por). In een artikel van op VI Pro van 25 juni kun je het opmerkelijke feit lezen – de cijfers van alle WK’s zijn recent beschikbaar bij het statistiekenbureau OPTA – dat scheidsrechter Ivanov slechts 25 keer affloot, waarvan zes keer voor buitenspel. Van de overige 19 keer, deelde hij dus 16 keer gelijk een kaart uit. Absurde cijfers.
Wat kun je hiervan leren voor toezicht en handhaving? Achteraf is er natuurlijk veel over deze wedstrijd geschreven. Had de scheidsrechter anders moeten optreden? Of waren de kaarten eigenlijk helemaal niet zo overdreven, het was gewoon een belachelijk harde wedstrijd? Uit onze praktijk kennen we allemaal wel voorbeelden van grillige handhavingszaken waarbij veel controles zijn uitgevoerd, brieven zijn geschreven en dwangsommen zijn opgelegd. En toch lukte het niet goed om het bedrijf in het gareel te krijgen. Wat gaat er dan fout?
Onderhandelingstoezicht
De bekendste zaak is wel Odfjell, waarover de Onderzoeksraad voor Veiligheid sprak van ‘onderhandelingstoezicht’. De gesprekken met de directie – op zich een prima middel om in te zetten – hadden steeds weer niet het beoogde resultaat en toch besloot de milieudienst, al dan niet in goed overleg met het bestuur, niet om in te grijpen. Een belangrijke reden was dat bestuurlijke maatregelen als het intrekken van de vergunning of het stilleggen van het bedrijf (financieel en juridisch) risicovol zijn; zeker bij grote bedrijven.
Wat we eerst altijd proberen is het waarschuwen met een dwangsom. Vaak is dit heel effectief. Het bedrijf begrijpt dat het nu menens is. Zeker als de overtreding voortduurt en het bedrag van de dwangsom verbeurd wordt én … het bestuur daadwerkelijk overgaat tot innen. Iets dat in de praktijk niet altijd gebeurt. Zelfs best vaak niet. Voor de geloofwaardigheid van het instrument dwangsom is dit bestuurlijk nalaten onvergeeflijk.
De fout die je kan maken is het opleggen van de dwangsom steeds maar te herhalen. Steeds maar weer een gele kaart trekken. Vooral omdat het makkelijker en minder risicovol is dan het bedrijf sluiten. Sowieso moet je dan het bedrag verhogen. Maar als eigenlijk gelijk al duidelijk is dat de dreiging niet gaat werken, moet je wel het bedrijf gaan sluiten. Scheidsrechter Ivanov trok uiteindelijk ook twee keer rood – dubbelgeel – maar had de wedstrijd misschien wel (even) stil moeten leggen? Het liefst aan het begin al om de opgefokte internationals en hun coaches wat tot bedaren te brengen.
Het spel dat we spelen als toezichthouders en handhavers is uiterst delicaat. Het begint al met de toon die je aanslaat bij het allereerste bezoek. Die is natuurlijk vriendelijk, maar je laat wel gelijk blijken dat je verstand van zaken hebt en het jou serieus is. Een goede toezichthouder weet de ondernemer gelijk te raken. En alle stappen daarna. Het bestuur moet snappen wat het belang van consequent toezicht en handhaven is en achter zijn toezichthouders blijven staan, ook als het moeilijk wordt. Gelukkig gaat dat de laatste jaren steeds beter. Maar het kan nog wel wat beter, toch?
Nog geen reacties.